
Duizenden asielzoekers mogen taalles skippen en in plaats daarvan knutselen
Nieuwe Nederlanders massaal in laagste ‘zelfredzaamheidsroute’ geplaatst
De nieuwe inburgeringswet van 2021 moest het taalniveau van nieuwkomers omhoog krikken. Niets daarvan. Ruim 30 procent van de asielzoekers wordt ingedeeld in de ‘zelfredzaamheidsroute’ – een eufemisme voor het laagste niveau waar geen taaleisen of examens gelden. Dat zijn meer dan 12.000 mensen, dubbel zoveel als voorspeld.
Knutselen in plaats van Nederlands leren
In deze route volgen deelnemers negen uur per week lessen en doen ze 800 uur ‘participatieactiviteiten’. Wat dat inhoudt? Knutseluren, sportdagen, sleutelhanger maken, fruit zoeken in het gebouw, of een uitstapje naar de kinderboerderij. De verplichte maatschappijtoets is optioneel. In plaats van serieus Nederlands leren krijgen ze een ‘ophokplicht’ waarbij aanwezigheid belangrijker is dan resultaat.
Een blamage voor integratie
Gemeenten plaatsen zoveel mogelijk kwetsbaren in deze zachte route, uit angst dat ze het hogere B1-niveau niet halen. Taaldocent Ad Appel noemt het een makkelijk uitweg waar leren nauwelijks nog meetelt. Kamerleden van BBB en NSC spreken van een onacceptabele situatie. Zonder taal geen zelfstandigheid, geen werk, geen fatsoenlijke integratie. En zelfs degenen die een strengere route volgen, komen er regelmatig coulant vanaf: